Avontuur in Noorwegen
Het Noorse ‘frifultsliv’ verbindt je weer met de natuur
Friluftsliv is de oude Noorse betoverende kijk op avontuur in de natuur. Het staat voor een manier van buitenleven zonder dat er altijd een activiteit aan te pas komt (‘slow adventure’), en waar het vaak draait om bezinning en zoeken naar balans, alleen of met vrienden en familie. Vijf dingen die je moet weten over Friluftsliv, volgens insiders.
Scandinaviërs verstaan de kunst van gelukkig zijn, blijkt keer op keer uit de World Happiness report. Denemarken heeft hygge, Noorwegen friluftsliv. Beide begrippen verheffen je, tillen je naar een hoger niveau. Maar waar hygge draait om gezelligheid en samenzijn, gaat friluftsliv om de dynamiek in de natuur. Maar wat is nu de filosofie van Friluftsliv (spreek uit als: frie-luufts-liv). Een reportage over een dag Friluftliv kun je hier lezen. Hieronder lees je de essentie erachter, aan de hand van een gesprek met Frilufsliv-expert Nils Farlund en de Duitse Suzanne, die een jaar de Noorse Friluftliv-hogeschool (!) in de bergen volgde.
1 – Terug naar de natuur is terug naar huis
De natuur is het huis waarin je leeft. Het is de Noorse manier van buitenleven zonder dat er altijd een activiteit aan te pas komt. Het gaat om genieten, niet om bergtoppen bedwingen of andere prestaties. ‘Slow adventure’, wordt het wel genoemd. Soms ga je een beetje hiken, wat kajakken, zwemmen of vissen bij een meer, en in de winter ski je misschien van hut naar hut, zonder dat er een sleeplift aan te pas komt. Wat bewegen, weg uit de realiteit. Heel laagdrempelig.
Het is puur natuur, en het gaat vooral om bezinning. Soms ga je alleen, maar ook wel met vrienden en je gezin. Je kookt wat samen, speelt een spel, sport en ‘s avonds slaap je misschien in een tent of hut. Freeluftsliv heeft alles te maken met het Noorse concept Allemansrette, dat zich laat vertalen als ‘het recht van iedereen’: de natuur is van iedereen en je mag er in alle vrijheid dwalen, rondlopen, varen en kamperen – zelfs vaak op andermans eigendom. Dat appelleert aan twee belangrijke dingen van frilufsliv: nieuwsgierigheid en sereniteit, rust. Friluftsliv laat verwonderen.
2 – De natuur is je vriend
Noren zijn niet bang om alleen de natuur in te gaan. Ook veel vrouwen trekken solo door de natuur. “Friluftsliv is vriendschap tussen mens en natuur”, zegt de 84-jarige Nils Faarlund, Noors expert op het gebied van Frilufsliv. Voor hem is het méér dan buitenleven, het is een filosofie. Het gaat over aanwezig zijn in de natuur, in interactie daarmee. Het idee is dat je door terug te keren naar de natuur, terugkeert naar je eigenlijke thuis.
3 – Friluftsliv is gezond voor geest en lichaam
Friluftsliv wordt steeds vaker gezien als een manier om het geestelijk welzijn van mensen te versterken. Een studie van Stanford University uit 2015 verbindt de groeiende urbanisatie aan een toenemende groei van problemen op het gebied van geestelijke gezondheid en welzijn, en problemen als angst en depressie. Een wandeling van 90 minuten laat klachten al verminderen en zorgt voor een positievere kijk. De natuur als therapie, als medicijn, is relevanter dan ooit. In de natuur voelen we een natuurlijke oerconnectie, bewegen we ons en komen we tot rust. Daarom is frilufsliv zo belangrijk.
4 – Friluftsliv maakt deel uit van de Noorse identiteit
Friluftsliv vindt zijn oorsprong in de Romantiek, de tijd waarin artiesten dramatisch intense schilderijen maakten van de natuur. Door de sfeer van de schilderijen trokken meer Noren de bergen in. “Het gaat om een levensstijl die dicht bij de Noorse volksaard ligt, waaruit een brandend verlangen naar onbegrensde wildernis spreekt, met zijn uitdagingen en avontuurlijke geest en naar het eenvoudige leven, in afwezigheid van luxe.
Het werd ook geassocieerd met de Noorse volksvertellingen van Askenladden, de ‘as-jongen’ die de natuur opzocht en zijn wijsheid vond bij het haardvuur. Terwijl zijn broers op de trage, jongere Askenladden neerkeken en epische veldslagen wonnen om een meisje te redden van een draak, was het uiteindelijk Askenladden die het meisje bevrijdde door zijn wijze gedachten. “Als je Noren vraagt waarom ze van friluftsliv houden, zeggen ze: ‘Omdat we zoeken naar het mysterie van de natuur’, waar een ontzag en respect uitspreekt. Maar de meeste Noren zoeken het om te luisteren naar de stilte”, zegt Faarlund.
De term Frilufsliv werd in 1859 voor het eerst genoemd door de bekende Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen in zijn gedicht Paa Viderne (in de bergen), waar het voorkwam in een couplet van een gedicht: “Op de eenzame berghut – Neem ik mijn overvloedige vangst mee – Er is een haard en tafel – En friluftsliv voor mijn gedachten.” Door in de natuur en de bergen te zijn zou je in je hoofd ruimte maken voor andere gedachten en dingen dan wanneer je onder de mensen bent, en het zwerven in de natuur zou volgens Ibsen een belangrijke plaats innemen in het friluftsliv. Het was de Noorse held, poolavonturier, diplomaat en Nobelprijswinnaar Fridtjof Nansen die het Friluftliv in 1921 pas echt leven in blies om de balans tussen lichaam en geest in de natuur weer te geven, met buitenzijn als middel en bezinning als doel. Al deze elementen uit de geschiedenis hebben zich gevormd tot het rijke hedendaagse concept van friluftsliv.
9 – Friluftsliv leert je anders naar natuur kijken
Friluftliv geeft voor buitenstaander een nieuwe kijk op de natuur. Zoals voor Suzanne, een twintiger uit Duitsland, die vertelt dat ze een jaar de studie ‘Friluftsliv’ aan de Nordfjord Folkehøgskule (hogeschool) volgde, die grotendeels plaatsvond in de buitenlucht. “Zoveel tijd buitenzijn, ongeacht de weersomstandigheden, gaf me een andere perceptie van wat de omgeving betekent voor me, in allerlei omstandigheden. Bijvoorbeeld als er sneeuw ligt. We moesten ons ingraven in de sneeuw en een keuken maken van sneeuw”, vertelt Suzanne, die in het begin de taal niet sprak. Een jaar lang leefde ze in een nauwe gemeenschap van tien jongeren. Ze deed de richting ‘bergen en gletsjers’, bergactiviteiten. Er bestaan ook de richtingen ‘vissen en jagen’, ‘wind en surf’ en een ‘expeditieklas’, waarbij de studenten naar Spitsbergen trokken.

“Ik heb geleerd dat er zoveel manieren zijn om een omgeving te benaderen: als een bron, als een levende omgeving, het voelde gewoon natuurlijk om deze te gebruiken en er te zijn, het was overal om je heen”, zegt Suzanne. “Soms werd die omgeving ook zo vijandig dat ik me afvroeg waarom ik er was. Ik herinner me die ene tocht waarbij het stormde en het koud, glad en stijl was. Dan realiseer je je ook hoe bevoorrecht je bent om een schuilplaats of woning te hebben. Je leert veel over hoe beschut en veilig je normaal bent in je comfortabele omgeving.”
Brigitte Ars